Klanken van de nacht
28 oktober 2023
Tijd: 20.15 uur - 22.00 uur
Locatie: Open Hof Cultureel, Katwijk aan den Rijn
Rijnstraat 18
Programma: Klanken van de nacht
De nacht is een fascinerende periode waarin de wereld een ander karakter aanneemt. Duisternis brengt een gevoel van mysterie en introspectie met zich mee. Het programma “Klanken van de nacht”, het eerste concert van de concertserie StringWood Sessions, geeft een sonore verkenning van deze atmosfeer.
Gedurende dit concert nemen we u mee door de nacht, verteld door de taal van de muziek. De muziek die we hebben geselecteerd, varieert van klassieke stukken die de sprankelende sterren aan de hemel weergeven tot meer eigentijdse composities die de mystiek van de duisternis schetsen.
Tijdens het concert nodigen we u uit om de nachtelijke reis met ons te ervaren. We creëren een klankwereld waarin de luisteraars omhuld worden door de geluiden van de nacht. Of je nu een liefhebber bent van klassieke muziek of gewoon op zoek bent naar een bijzondere luisterervaring, het belooft een avond te worden waarin je ontdekt hoe de nacht tot leven komt.
Het programma
Karlheinz Stockhausen Eva’s Spiegel, work no. 58 1 /2 no. 1
Kryzstof Penderecki Quartet for clarinet and string trio (1933)
Deel 1: Notturno
Deel 2: Scherzo
Felix Mendelssohn Scherzo from A Midsummer Night’s Dream, op. 61, nr. 1
Béla Bartók, arr. D. van Leeuwen An evening in the village (1908)
Alexander Borodin Strijkkwartet nr. 2 in D, deel 3 Notturno: Andante
Hector Berlioz, arr. D. van Leeuwen Les nuits d’été: Villanelle
Matyas Gyorgy Seiber Divertimento for clarinet and string quartet, deel 5 Finale
Pauze
Henry Purcell How does the glorious day appear, Z. 332
Béla Bartók Strijkkwartet nr. 5 Sz. 102, deel 2: Adagio molto
Alexander Glazunov Reverie Orientale
Manuel de Falla, arr. D. van Leeuwen Suite Populaire Espagnole, Nana
Astor Piazzolla, arr. R. Temmingh Luna
Florence Price, arr. D. van Leeuwen Night
Programmatoelichting
Karlheinz Stockhausen: Eva’s Spiegel
Dit stuk werd gecomponeerd als onderdeel van Stockhausen’s opera “Montag aus Licht”, die deel uitmaakt van zijn grotere cyclus “Licht”. Deze operacyclus heeft drie hoofdpersonages, Michael, Eva en Lucifer en is verdeeld over zeven delen die elk een dag van de week vertegenwoordigd. De rol van Eva wordt gespeeld door een bassethoorniste. De scene waarin Eva’s Spiegel wordt gespeeld gaat over het onderzoeken van zelfreflectie en identiteit. Het klinkt alsof de hoofdrolspeelster in de spiegel kijkt, maar een oneindige ruimte ziet.
Kryzstof Penderecki: Quartet for clarinet and string trio, deel 1 Notturno, deel 2 Scherzo
Penderecki schreef dit kwartet in zijn latere, meer conservatieve fase van zijn carrière. Hij heeft dit stuk niet geschreven voor een speciale gelegenheid, maar verklaarde zelf dat hij het gewoonweg wilde componeren. In dit kwartet schuilt een intiem samenzijn van vier vrienden, een diepe waarbij men elkaar begrijpt zonder dat alles expliciet besproken wordt.
De compositie opent met een prachtige klarinetsolo, waarbij de klarinet als een stralende maan in het duister schijnt. Daarna voegt de altviool zich bij de klarinet, alsof hij een eenzaam danst in dit maanlicht. Terwijl de cello en viool zich aansluiten, evolueert de muziek naar een levendig scherzo, dat klinkt als sprankelende sterren aan de hemel.
Felix Mendelssohn: Scherzo from A Midsummer Night’s Dream
De muziek van “A Midsummer Night’s Dream” werd geschreven tijdens twee creatieve spurts, zestien jaar na elkaar. De ouverture dateert uit 1827, toen Mendelssohn nog maar zeventien jaar oud was. Tijdens zijn jeugd maakte Mendelssohn kennis met de toneelstukken van Shakespeare en hij raakte geïnspireerd om een concertouverture te schrijven op basis van één van de toneelstukken. In 1843 werd Mendelssohn benoemd tot algemeen muziekdirecteur aan het hof van koning Frederik Willem IV van Pruisen. Zijn eerste opdracht was het componeren van de toneelmuziek voor een volledige productie van Shakespeare’s “A Midsummer Night’s Dream”.
De muziek weerspiegelt de magische wereld van het bos en de nacht. Het scherzo, bruisend en levendig, vangt de levendigheid van een midzomernachtfeest met betoverende wezens, zoals feeën en elfjes.
Béla Bartók: An evening in the village
“An Evening in the Village is een compositie uit 1908 en maakt deel uit van de “Ten Easy Piano Pieces” van Béla Bartók. Het is één van Bartók’s favoriete werken, hij speelde het zelf graag tijdens zijn recitals. Bartók vertelt zelf over zijn werk dat het niet is geïnspireerd op volksmelodieën, maar wel in de stijl is van Hongaars-Transsylvanische volksmuziek. Het stuk bevat twee thema’s: het eerste bevat een langzame rubato melodie en het tweede heeft meer een dansachtig ritme. Dit tweede thema is een imitatie van het spel van een Hongaarse boerenfluit. In 1931 heeft Bartók het stuk ook georkestreerd als zijn eerste van zijn “Hongaarse Schetsen”.
Alexander Borodin: Strijkkwartet nr. 2, deel 3 Notturno: Andante
Dit langzame derde deel van Alexander Borodins meesterlijke strijkkwartet nr. 2 onthult een intrigerende muzikale vertellen op zichzelf. In dit deel vertellen de viool en cello het verhaal van twee geliefden die elkaar verkennen. Het begint met een openingsmonoloog, gevolgd door liefdevolle smeekbedes, een elegante dans, een tragisch conflict en een uiteindelijk duetaria die de ontknoping markeert.
Hector Berlioz: Les nuits d’été: Villanelle
In 1841 componeerde Berlioz zijn liederencyclus “Les Nuit d’été, een reeks liederen met een samenhangend thema. Deze zes liederen zijn oorspronkelijk geschreven voor zang en piano en zijn gebaseerd op gedichten van Berlioz’ vriend Théophile Gautier. De liederen verkennen diverse aspecten van de zomeravonden en voeren ons door een reeks nachtelijke scenes. Deze variëren van momenten van verliefdheid en passie tot eenzaamheid en melancholie. De nacht fungeert als getuige van de menselijke emoties. Het deel “Villanelle” is een vrolijk lentelied en straat onschuld uit.
Matyas Gyorgy Seiber: Divertimento for clarinet and string quartet, deel 5 Finale
De Hongaarse componist Matyas Seiber verwerkt volksinvloeden in zijn muziek door gebruik te maken van karakteristieken ritmes en modi die typerend zijn voor de Hongaarse volksmuziektraditie. Hij vermengt deze elementen op ingenieuze wijze met zijn eigen stijl en creativiteit, resulterend in een boeiende en unieke combinatie van traditionele en eigentijdse muzikale invloeden is. In 1925 schreef hij zijn divertimento voor klarinet en strijkkwartet. Het is juist in het finale-deel dat we de levendige ritmiek van traditionele Hongaarse volksmuziek kunnen horen. Deze ritmische danspatronen nemen je diep in de nacht mee naar de sfeer van de Hongaarse dorpsfeesten.
Henry Purcell: How does the glorious day appear
Al tijdens zijn leven gold Henry Purcell als toonbeeld van de Britse muziek. Het probleem is echter dat hij veel van zijn talent investeerde in muziekvormen die niet meer gespeeld worden in de huidige concertzalen. Zo ook zijn semi-opera “The Fairy Queen”, toneel met gezongen liederen, dramatisch gesproken tekst en dans. Een onderdeel van deze semi-opera was de schitterende “How does the glorious day appear”. Dit stuk schreef Purcell als ode ter ere van de eerste verjaardag sinds Koningin Mary op de troon zat. Het stuk is een ode aan de komende dageraad en het einde van de nacht. De muziek neemt ons mee vanuit de duisternis van de nacht naar de stralende belofte van een nieuwe dag.
Béla Bartók: Strijkkwartet nr. 5, deel 2 Adagio molto
Bartók schreef dit werk in zijn stijl die ‘nachtmuziek’ wordt genoemd, muziek die geluiden van de natuur in de nacht overbrengen. Hij schrijft geluidsweergaven in plaats van traditionele harmonie en melodie. In een sfeer van een ingehouden verwachting weeft hij een tapijt van kleine geluiden van nachtdieren en insecten. Een melodie staat ver af van het zijn van een lied of andere enige vorm van zelfexpressie. Het effect van melodie is eerder indirect, gericht op het oproepen van de eenzame ervaring van ’s nachts buiten zijn op een open vlakte.
Alexander Glazunov: Reverie Orientale
De “Reverie Orientale”, gecomponeerd in 1886, belicht de artistieke aantrekkingskracht van de Kaukasus voor Alexander Glazunov. Met dit werk verkent hij de sfeer van het Oosten door gebruikt te maken van harmonische mineur- en pentatonische toonladders. Dit sluit naadloos aan bij de Russische trend van exotisme in de muziek en kunst uit van die periode, waarbij oosterse toonladders en een melancholische sfeer de boventoon voerden. De “Reverie Orientale” werd aanvankelijk geschreven voor klarinet en strijkkwartet en legde de basis voor Glazunovs latere compositie “Two Pieces for Orchestra, op. 14”.
De muziek schildert een beeld van de Kaukasusgeberte, waarbij je jezelf bij de avondschemering voorstelt terwijl je omhoog kijkt naar de bergtoppen die glinsteren onder een zilveren laagje sneeuw. Terwijl je je blik naar beneden richt, ontvouwen zich diepe kloven en valleien, doorkliefd door rivierstromen en gletsjesrs. Het is een wereld van rust en ruimte, waar het enige gezelschap dat je hoor het ruisen van de wind is, vergezeld door grazende dieren.
Manuel de Falla: Siete Canciones Populares Espagnolas, Nana
De “Siete Canciones Populares Espagnolas” van Manuel de Falla is een verzameling Spaanse liederen die in 1914 zijn gecomponeerd voor zang en piano. Terwijl hij zich voorbereidde op zijn opera “La Vida Breve”, kreeg De Falla het verzoek van de sopraan Luisa Vela, één van de hoofdrolspelers uit de opera, om een aantal Spaanse liederen te schrijven die ze tijdens haar solorecitals kon vertolken. De Falla creëerde een reeks liederen die de kern van de Spaanse stijl vastlegden, waarbij hij inspiratie haalde uit het rijke muzikale erfgoed van diverse Spaanse regio’s. Het deeltje “Nana” uit deze verzameling liederen is een Andalusisch slaapliedje.
Astor Piazzolla: Luna
Het laatste concert van Astor Piazzolla vond plaats op 4 septeber 1990 in het Teatro Regina in Buenos Aires, Argentinië. Dit concert was een eerbetoon aan zijn carrière en werd georganiseerd ter gelegenheid van zijn 69e verjaardag. Piazzolla speelde zijn beroemde tango’s en werken uit verschillende perioden van zijn leven, waaronder de bekende tango “Luna”. Hoewel “Luna” één van zijn meest geliefde composities is, is het opvallend dat dit stuk nooit officieel als bladmuziek is uitgegeven, zowel tijdens zijn leven als daarna. Piazzolla vertrouwde vaak op overdracht door samen te musiceren, te luisteren naar opnames en persoonlijke interpretaties om zijn muziek door te geven.
Het stuk Luna roept een sfeer op van dansen in het licht van de maan en weerspiegelt de invloed van de maan op menselijke emoties en verlangens en vangt deze essentie op een unieke manier in de typische klanken en ritmes van Piazzolla’s tango.
Florence Price: Night
Florence Price, een Afro-Amerikaanse componiste uit begin 20e eeuw, componeerde “Night” als onderdeel van haar “Woodland Sketches”. Oorspronkelijk geschreven voor zang en orkest, schildert dit stuk met poëtische taal en symboliek de komst van de nacht. De muziek illustreert hoe de hemel haar sterren ontsteekt en hoe een kind op een bankje zit te dromen in het maanlicht.